Zondagochtend, in plaats van carnaval vieren, samen met AS naar België gereden, om precies te zijn naar Kessel. Daar, waar in de jaren negentig door Maurice Voets het mooie weer gemaakt werd op de halve fond, is het vaandel op majestueuze wijze over genomen door bijna buurman Willy Daniels.

Afgelopen jaar op de kleine fond werd er door niemand in België beter gepresteerd dan door deze bescheiden, 66 jarige, liefhebber. Tweemaal op nationaal Chateauroux,  op 8/6 tegen 18.604 ouden, 10 mee, 10 prijzen en op 11/8 op de beruchte vlucht met een doldwaze lossing in de regen de snelste van het hele konvooi tegen bijna 17.000 duiven met een jaarling.

Op de foto is te zien hoe eenvoudig de duivensport heden ten dage beoefend wordt met maximale resultaten. Zoals op zoveel tophokken, ook hier weer een hok met golfplaten.

Inmiddels ben ik ervan overtuigd, dat ik, als ik ooit een tuinhok bij ga zetten , het op zeker een hok met golfplaten zal zijn. Altijd zien op dit soort hokken de duiven er goed uit, dit in tegenstelling tot hokken met een kap met dakpannen, zeker met sneldekkers.

Als je goed kijkt zie je onder de golven door, geen plank ervoor of erachter, de lucht kan er zo onderdoor. In het hok een plafond op 2/3e van de lengte. De diepte van het hok is gewoon net zoals de golfplaat lang is. Simpel, maar met uitstekende resultaten.

Willy speelt uitsluitend met 15 duivinnen, die de hele dag in de kleine rennen vóór het hok zitten in de open lucht, ’s nachts zitten ze in hun slaaphok.

Ze trainen 2 x per dag, nadat ze pas eind februari voor het eerst na hun winteropsluiting weer worden losgelaten. En toch geen scheefvliegers. Wat doen wij toch fout in Nederland?

Dus geen verwarmde hokken, geen verduisterde oude duiven, geen intensieve medische begeleiding, maar wel veel aandacht, aandacht en nog eens aandacht.

Waar stond dat ook weer op het hok: Acht is meer als duzend ( Bert van Es, Dirksland). Wat zoveel wil zeggen, dat aandacht meer waard is dan duizend euro.

De eerste ronde van de jongen zit ook de hele dag in de ren voor de hokken en mogen alleen ’s nachts naar binnen. Niets geen luxe, alles zelf getimmerd, het hoeft allemaal dus niet duur te zijn.